Henny van der Meer
Henny van der Meer groeide op in het Westland waar ze zag hoe de groei van groente en fruit gestuurd werd door de ingrepen van de tuinder. Die vroege interesse voor groeiprocessen in de natuur komt tot uiting haar latere werk.
Op de Academie ontdekte ze dat ze zowel heel grafisch als ruimtelijk ingesteld is. Tekenen doet ze graag, maar dan het liefst in de ruimte. Omdat ze geïnteresseerd is in techniek, haalt ze een lasdiploma gaan halen op de LTS. Vanaf dat moment was staal het materiaal waarmee Henny tekende en bouwde. Platen met een dikte van 3 millimeter worden in kleine stripjes geknipt en deze last ze vervolgens aan elkaar. Door elektrisch, met elektrodes, te lassen, ontstaat er een huid op het werk. Deze huid geeft kleur en textuur aan haar beelden.
In het werk van Henny van der Meer is verbinden en vertakken een belangrijk thema, zoals het zaad wortel schiet en vervolgens tot een stam uitgroeit, die zich weer vertakt. Het maakt duidelijk dat het één niet zonder het ander kan ontstaan. Zonder zaad geen wortels, zonder wortels geen stam en takken. Ze vertaalt dus groeiprocessen in verbindingen tussen de verschillende delen van een boom. Tussen wat was, is en komt. Daarnaast speelt de wisselwerking tussen natuurlijke groei en de beïnvloeding daarvan door de mens een rol.