Annemieke Alberts
Annemieke Alberts (1963)
Annemieke Alberts schildert plekken zonder exacte grenzen. Niet-gedefinieerde ruimtes, die ooit een bestemming hadden of die er nog een gaan krijgen. In die ruimtes breekt ze muren door, bouwt ze bruggen en vindt vluchtroutes. De panelen die er regelmatig in voorkomen doen denken aan decorstukken uit een toneelvoorstelling. Personen en dingen figureren daarin, vaak een verwijzing naar de kunstgeschiedenis, maar de hoofdrol is steeds weggelegd voor de ruimte zelf. Een ruimte waarin binnen- en buitenwereld vervloeien. Een ruimte die een herinnering aan een bekende plek kan oproepen en tegelijk verwarring zaait omdat de herkenning verdwijnt naarmate je langer kijkt.
“Het proces van schilderen begint bij een ervaring, een herinnering uit mijn jeugd, of een bestaand beeld, opgedaan in mijn omgeving of onderweg. In mijn atelier wordt alles opnieuw gerangschikt en geordend. In dunne lagen verf bouw ik het schilderij op, nog nauwelijks gestructureerd, zoekend. Daardoor moet ik ook veel weghalen, soms schrapend of schurend. De verf mag lopen en druipen, zo nodig giet ik er van alles overheen. Zolang het doek maar blijft ademen, je moet de huid kunnen zien. Heldere kleurvlakken geven stevigheid en structuur aan het werk. Zo kan er werk ontstaan dat langzaam groeit tot iets dat er nog niet was. Maar de twijfel die aan het eindproces is voorafgegaan mag zichtbaar blijven.”